U bent hier
Vincent Goossens op 19de plaats
Vincent Goossens uit Poederlee, onze schepen van onder andere Sport, Ruimtelijke Ordening en Patrimonium, wil uw Kempische stem nog meer laten doorklinken in Brussel. Daarom steunt hij de federale N-VA-lijst op plaats 19. Op 9 juni 2024 staat hij op uw kiesformulier als één van de enige kandidaten uit Lille. Dat vraagt om een gesprek.
Welke federale materie vind je interessant? En zijn er voor jou echte breekpunten?
Vincent: “Vanuit mijn achtergrond als jurist volg ik de onderwerpen justitie en veiligheid van zeer dichtbij. Een goede en vlot werkende justitie is van essentieel belang voor een democratie. Het inkorten van de lange doorlooptijden, het versnellen van de traag werkende informatisering en het aanpakken van de falende strafuitvoering, moeten het vertrouwen van de bevolking in justitie herstellen. Daarnaast interesseert het communautaire me ook heel erg. Via het confederalisme kunnen we werken aan een Vlaanderen en Wallonië die hun eigen keuzes kunnen maken. Zo kunnen we focussen op onze eigen problemen, met onze eigen oplossingen en onze eigen centen. Beide zaken zijn wat mij betreft cruciaal. Vertrouwen in justitie en geloof in de rechtsstaat zijn ongelooflijk belangrijk, zeker in woelige tijden.” “Als jonge gast maak ik me ook echt zorgen over de financiële toestand van België. De federale begroting gaat diep in het rood en de schulden stijgen jaar na jaar. En dat zonder uitzicht: Vivaldi dreigt opnieuw het geld bij de Vlaamse middenklasse te zoeken. Daarbovenop zijn de uitdagingen op het vlak van sociale zekerheid, pensioenen, defensie … gigantisch. De huidige toestand is echt niet langer houdbaar, daarom is het confederalisme essentieel.”
Zie je opportuniteiten om de Lilse bezorgdheden naar Brussel te brengen en nieuwe inzichten mee te brengen naar Lille?
Vincent: “Ik combineer de job van schepen met die van adviseur op het N-VA-partijsecretariaat. Zo kan ik de kortere lijnen gebruiken en vind ik bijvoorbeeld snel de juiste contactpersoon om problemen aan te kaarten op kabinetten. Brussel heeft naar mijn mening wat meer Kempische nuchterheid en gezond verstand nodig. En laat dat nu net twee zaken zijn die ik kan bijbrengen. Daarnaast vergaar je in Brussel heel wat informatie, ideeën, subsidiemogelijkheden … die ik snel kan oppikken en kan doorgeven aan onze gemeentelijke ambtenaren. Uiteindelijk komt dat de Lilse burger ten goede.”